-
1 talk to the wall
tegen de muur praten (men luistert niet, tegen bomen en stenen spreken) -
2 push one's back against the wall
tegen de muur gedrukt worden -
3 push to the wall
tegen de muur drukken -
4 waste one's words
tegen de muur praten -
5 Wand
〈v.; Wand, Wände〉♦voorbeelden:die Wände haben Ohren • de muren hebben oren〈 informeel〉 … dass die Wände wackeln! • dat horen en zien (je) vergaat!〈 informeel〉 jemanden an die Wand stellen • iemand tegen de muur zetten, fusillerenweiß wie eine, die Wand • lijkbleek, bleek als een doek¶ 〈 spreekwoord〉 der Horcher an der Wand hört seine eigne Schand • wie luistert aan de wand, hoort zijn eigen schand〈 spreekwoord〉 Narrenhände beschmieren Tisch und Wände • gekken en dwazen schrijven hun namen op deuren en glazen -
6 appuyer
appuyer [aapŵie.ee]1 steunen ⇒ leunen, rusten2 drukken♦voorbeelden:1 appuyer contre le mur • leunen, steunen tegen de muurII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:appuyer une affirmation sur de bons arguments • een bewering op goede argumenten baseren1. v1) steunen, leunen, rusten2) beklemtonen5) baseren6) ondersteunen7) drukken (op)2. s'appuyerv1) steunen (op), leunen (op) -
7 mur
mur [muur]〈m.〉1 muur♦voorbeelden:mur à hauteur d'appui • lage muur, halve muurmur de soutènement • steunmuurne laisser que les quatre murs • een huis helemaal leeghalencoller au mur • tegen de muur zetten, fusilleren→ tête2 mur à pic d'un précipice • steile, loodrechte wand van een afgrondm -
8 coller
coller [kollee]♦voorbeelden:3 coller à la pensée de qn. • iemands gedachte precies uitdrukken; 〈 ook〉 zich inspannen om iemands gedachte goed te kunnen volgencoller à un texte • 〈 van vertaling〉 te woordelijk zijn; 〈 van vertaler〉 te dicht bij het origineel blijven4 ça colle! • dat gaat goed!, dat klopt!, afgesproken!ça ne colle pas entre eux • het klikt niet tussen henII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 aanplakken ⇒ (vast)plakken, lijmen, dichtplakken4 〈 informeel〉gooien (in, tegen) ⇒ met kracht smijten (in, tegen)6 〈 vooral onderwijs〉 een strikvraag stellen ⇒ (met een vraag) in het nauw brengen ⇒ 〈 kandidaat〉 laten zakken♦voorbeelden:coller qn. en prison • iemand in de gevangenis zettencoller qc. par terre • iets op de grond smijten7 être collé • (moeten) nablijven, nazitten♦voorbeelden:se coller du rouge à lèvres • lippenstift opdoens'y coller • 〈 bij verstoppertje spelen〉met de ogen geblinddoekt wachten, terwijl de anderen zich gaan verstoppencolle-toi là • ga daar maar zittense coller devant la télévision • zich voor de televisie installeren1. v1) kleven (aan), vastplakken (aan)2) nauw sluiten [kleding]4) gesmeerd lopen, klikken5) aanplakken, dichtplakken6) lijmen8) smijten9) toedienen10) verkopen [klap]11) aansmeren, opdringen13) laten zakken14) laten nablijven [leerling]15) lastig vallen, hinderen [door zijn onophoudelijke aanwezigheid]2. se collerv2) zich toeleggen (op) [ondanks tegenzin] -
9 mûr
mur [muur]〈m.〉1 muur♦voorbeelden:mur à hauteur d'appui • lage muur, halve muurmur de soutènement • steunmuurne laisser que les quatre murs • een huis helemaal leeghalencoller au mur • tegen de muur zetten, fusilleren→ tête2 mur à pic d'un précipice • steile, loodrechte wand van een afgrondadj1) rijp, gerijpt2) versleten3) zat, dronken -
10 Mauer
Mauer〈v.; Mauer, Mauern〉♦voorbeelden:eine Mauer aufführen • een muur optrekkensich an einer Mauer den Kopf einrennen • met zijn kop tegen de muur lopen -
11 bump
adv. met een klap--------interj. boem--------n. knobbel; stoot--------v. stoten; hotsen; aanbotsenbump1[ bump] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 bons ⇒ schok, stoot————————bump21 bonzen ⇒ stoten, botsen♦voorbeelden:people keep bumping into me • er lopen de hele tijd mensen tegen me op→ bump into bump into/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 stoten tegen ⇒ botsen tegen, rammen2 af/weg/omstoten ⇒ omverbotsen/stoten♦voorbeelden:don't bump your head • stoot je hoofd niet————————bump3〈 bijwoord〉♦voorbeelden: -
12 anlehnen
anlehnen2 laten aanstaan ⇒ op een kier laten staan, zetten♦voorbeelden:♦voorbeelden:sich an die Wand anlehnen • tegen de muur (gaan) leunen -
13 brace
n. klamp; boor; paar--------v. (zich) scherp zettenbrace1[ brees]1 klamp ⇒ (draag)beugel, (muur)anker2 steun ⇒ stut, verstijvingsbalk4 band ⇒ riem, spansnoer♦voorbeelden:→ main main/1 bretels♦voorbeelden:1 two pairs of braces • twee stel/paar bretels————————brace2〈zelfstandig naamwoord; meervoud: brace〉1 koppel ⇒ paar, stel♦voorbeelden:————————brace3〈 werkwoord〉1 vastbinden ⇒ aantrekken, aanhalen2 versterken ⇒ verstevigen, ondersteunen♦voorbeelden:he told her to brace herself for a shock • hij zei haar dat ze zich op een schok moest voorbereiden -
14 back
adj. van achter, achter--------adv. achteruit; terug; achter--------n. rug; leuning; eind; verdediger (bij basketbal)--------v. bijstaan; naar achter leidenback1[ bæk]2 achter(hoede)speler ⇒ verdediger, back♦voorbeelden:(flat) on one's back • (ziek) in bedhave broken the back of something • het grootste deel/ergste van iets achter de rug hebben〈 informeel〉 get/put someone's back up • iemand irriteren/kwaad makenpat oneself on the back • tevreden zijn over zichzelfpat someone on the back • iemand een goedkeurend klopje gevenput one's back into something • ergens de schouders onder zettenglad to see the back of someone • iemand liever zien gaan dan komenstab someone in the back • iemand een dolk in de rug steken, iemand verradenturn one's back on • de rug toekeren〈 informeel〉 be on someone's back • veel/altijd kritiek hebben op iemand→ scratch scratch/II 〈telbaar en niet-telbaar zelfstandig naamwoord; the〉1 achterkant/zijde ⇒ keerzijde, rug♦voorbeelden:the back of a book/hand • de rug van een boek/handat the back • achterintalk through the back of one's neck • uit zijn nek kletsen————————back22 terug-♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 get in through/by the back door • een baan krijgen via kruiwagens/dank zij oneerlijke manipulaties————————back3→ back away back away/, back down back down/, back off back off/, back onto back onto/, back out back out/, back up back up/1 achteruit bewegen ⇒ achteruitrijden, (doen) achteruitgaan♦voorbeelden:back the car out of the garage • de auto achteruit uit de garage rijdenback (one's car) into another car • achteruitrijden tegen een andere auto♦voorbeelden:→ back up back up/————————back4〈 bijwoord〉6 achterom♦voorbeelden:back in 1975 • (nog/reeds/destijds) in 1975 -
15 tête
tête [tet]〈v.〉1 hoofd ⇒ kop, gezicht5 kop ⇒ top, bovenkant, voorste gedeelte♦voorbeelden:1 avoir, être une tête à claques, à gifles • een irritant koppie, een rotkop hebbentête de mort • doodshoofd, doodskopune tête de six pieds de long • een lang gezicht, een gezicht als een oorwurmde la tête aux pieds • van top tot teenêtre la tête de Turc, servir de tête de Turc • het mikpunt, pispaaltje zijndonner tête baissée dans qc. • blindelings, zonder te kijken ergens op inlopen, tegenaan lopen; 〈 ook〉 er blindelings inlopenavoir une bonne tête • er betrouwbaar, intelligent uitzien, een sympathieke kop hebbence sont deux têtes sous un même bonnet • dat zijn twee handen op één buiktomber la tête la première • voorovervallenla tête renversée • met het hoofd naar achterensale tête • gemene kopcourir tête baissée • lopen zo snel als men kandonner sa tête à couper • zijn hoofd eronder durven verweddenen faire une tête • een lang gezicht zettenjeter qc. à la tête de qn. • iemand iets naar het hoofd slingeren, iemand iets verwijtenrompre la tête à qn. • iemand de oren van het hoofd schreeuwentourner la tête • het hoofd afwenden2 c'est, il a une tête en l'air, tête sans cervelle, tête de linotte, tête d'oiseau • hij is een leeghoofd, heeft de hersens van een garnaal, gedraagt zich als een kip zonder kopavoir une tête de cochon, de mule • koppig zijnêtre une tête de cochon, de lard, de mule, de pioche • een stijfkop zijnmettre la tête à l'envers à qn. • iemand het hoofd op hol brengentête brûlée • heethoofdavoir la tête chaude • een heethoofd, driftkop zijnavoir la tête fêlée • een beetje getikt zijnune forte tête • iemand met een eigen wil, dwarskopavoir la tête froide • koelbloedig zijn〈 informeel〉 une grosse tête • een knappe kop, superintelligent persoon〈 informeel〉 avoir une, la grosse tête • pretenties, praatjes hebben〈 informeel〉 petite tête! • domkop!, sufferd(je)!examiner, réfléchir à tête reposée • rustig, op z'n gemak bekijken, overdenkenavoir la tête solide • veel aan zijn hoofd kunnen hebbenavoir toute sa tête • bij zijn volle verstand zijnavoir la tête vide • niet (meer) kunnen nadenken, zich niets meer kunnen herinnerenavoir de la tête • een goed verstand hebbenavoir la tête à ce qu'on fait • zijn hoofd, zijn aandacht bij zijn werk hebbenavoir la tête près du bonnet • een heethoofd, driftkop zijncasser, fendre la tête à qn. • iemand op zijn zenuwen werken, irriterense casser la tête contre les murs • met zijn hoofd tegen de muur lopen, wanhopig zijnchercher dans sa tête • proberen zich iets te herinnerense creuser la tête • z'n hersens pijnigenéchauffer la tête • iemand nijdig, woedend makenn'en faire qu'à sa tête • precies doen waar men zin in heeftfourrer, mettre qc. dans la tête • iets in het hoofd prentense mettre dans la tête, en tête de 〈+ onbepaalde wijs〉 • zich in het hoofd halen, zetten omse mettre dans la tête, en tête que 〈+ aantonende wijs〉 • zich in het hoofd halen, zetten dat, zich inbeelden datidée qui passe par la tête de qn. • idee dat zomaar bij iemand opkomtperdre la tête • het hoofd, zijn verstand verliezen, gek wordenle vin lui tourne la tête • de wijn stijgt hem naar het hoofdtourner la tête à qn. • iemand het hoofd op hol brengenavoir la tête ailleurs • er met zijn gedachten niet bij zijn, afwezig zijn〈 spreekwoord〉 quand on n'a pas de tête, il faut avoir des jambes • wie zijn hoofd vergeet, moet zijn benen gebruikende tête • uit het hoofd, in gedachtenavoir une idée (de) derrière la tête • iets in zijn achterhoofd hebbense mettre à la tête, prendre la tête de • de leiding nemen overà la tête, en tête de • aan het hoofd, aan de leiding vanpar tête • per persoon, per mantête d'ail • knoflookbolletjetête d'épingle • speldenknoptête de ligne • kopstation, beginpunt van een lijntête du lit • hoofdeinde van het bedtête de pipe • pijpenkopvirer tête à queue • helemaal om zijn as draaien, een draai van 180 graden makenwagon de tête • voorste wagontête nucléaire • atoomkopmusique en tête • de muziek vooropcôté tête • kop(zijde), kruisavoir la tête sur les épaules • met beide benen op de grond staanmauvaise tête • dwarsligger, lastpostfaire la mauvaise tête • koppig zijn, dwars liggense cogner, se taper la tête contre les murs • wanhopig naar een oplossing zoekenne plus savoir où donner de la tête • niet meer weten waar te beginnen, overstelpt zijn met werkfaire la tête (à qn.) • mokken (tegen iemand), boos zijn (op iemand)se jeter à la tête de qn. • toenadering zoeken tot iemand, zich bij iemand opdringenlaver la tête à qn. • iemand een flinke uitbrander gevenmonter la tête à qn. • iemand tegen iemand opzettense monter la tête • zich ergens over opwinden, spoken ziense payer (doucement) la tête de qn. • iemand (stiekem) voor de gek houdenpiquer une tête • een duik nemen, duikenredresser, relever la tête • zijn zelfvertrouwen herwinnenrisquer, sauver sa tête • zijn leven wagen, het er levend van afbrengentenir tête • het hoofd bieden, standhoudenen avoir par-dessus la tête • er schoon genoeg van hebben, er de buik van vol hebbenf1) hoofd, kop2) gezicht3) leider4) kopbal5) top, bovenkant -
16 brick wall
brick wall♦voorbeelden: -
17 etwas an die Wand werfen
etwas an die Wand werfenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > etwas an die Wand werfen
-
18 kick against the pricks
zinloos protesteren,zinloos rebelleren tegen -
19 pushed him to the wall
duwde hem tegen de muur (iemand forceren iets te doen tegen zijn zin) -
20 dos
dos [doo]〈m.〉♦voorbeelden:en dos d'âne • zadelvormig, aan twee zijden afhellendpont en dos d'âne • boogbrugson travail a bon dos • zijn werk is een gemakkelijke uitvluchtfaire le gros dos • een hoge rug opzetten 〈 van kat〉; 〈 figuurlijk〉zich bukken, in elkaar duiken 〈 als men een standje krijgt〉il est large de dos • hij heeft een brede rug〈figuurlijk; informeel〉 en avoir plein le dos • z'n buik ervan vol hebben, er van balen〈 figuurlijk〉 courber, ployer le dos • door de knieën gaan, zich gewonnen gevenmettre, renvoyer dos à dos deux personnes • noch de een noch de ander in het gelijk stellen〈 figuurlijk〉 poignarder qn. dans le dos • iemand op verraderlijke, geniepige wijze aanvallendès qu'elle eut le dos tourné • zodra zij zich had omgedraaidtourner le dos à qn., à qc. • iemand, iets de rug toekeren 〈 ook figuurlijk〉dos à dos • rug-aan-rugêtre le dos au mur • met de rug tegen de muur staanavoir dans le dos • achter zich hebbenporter les cheveux dans le dos • het haar los op de rug dragensentir qn. dans son dos • voelen dat iemand achter je staatregarder qn. de dos • iemand op de rug kijken〈 figuurlijk〉 avoir qc., qn. sur son dos • voortdurend door iets, iemand lastig gevallen wordenêtre toujours sur le dos de qn. • iemand voortdurend op de vingers kijkense mettre un pull sur le dos • een trui aantrekkentaper sur le dos de qn. • kwaadspreken over iemandtomber sur le dos de qn. • iemand op z'n nek springen; 〈 figuurlijk〉onverwachts bij iemand binnenvallen, iemand tot last zijnm1) rug2) achterzijde, onderkant
См. также в других словарях:
Kopf — 1. Abgehauener Kopf braucht keine Sturmhaube mehr. 2. Am Kopf des Narren lernt der Junge scheren. Die Araber in Algerien: Am Kopfe der Waise macht der Chirurg Versuche. Die ägyptischen Araber: Er lernt das Schröpfen an den Köpfen der Waisen.… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Hart (Adj.) — 1. Dat hôlt hârt, säd de Buck, dôr süll he lammen. (S. ⇨ Loch und ⇨ Schwalbe.) – Goldschmidt, 163; Frommann, III, 428, 213; Schütze, III, 6; Eichwald, 228; Schambach, II, 30. Drückt das äusserste Widerstreben jemandes aus, etwas zu thun, was ihm… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Silberner Griffel — Der Silberne Griffel (Zilveren Griffel) wird seit 1971 alljährlich von der Stichting Collectieve Propaganda van Het Nederlandse Boek für Kinderbücher verliehen. Im Gegensatz zum Goldenen Griffel kann er auch für Übersetzungen zuerkannt werden.[1] … Deutsch Wikipedia
Last — Belastung; Bürde; Knechtschaft; Plage; Krux; Crux; Kreuz; Fron; Joch * * * Last [last], die; , en: etwas, was durch sein Gewicht nach unten drückt oder zieht: eine Last tragen … Universal-Lexikon
Lachen — 1. Al lachen zegt den Zot de Woarheid. (Franz. Flandern.) – Firmenich, III, 698, 21. Im Lachen, lachend, sagt der Narr die Wahrheit. 2. Am Lachen und Blarren erkennt man die Narren. Ueber das Lachen und dessen verschiedenen Charakter nach… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Nonplusultra — * Das ist das Nonplusultra. Das Aeusserste, darüber hinaus geht nichts. Holl.: Dat is het regte non plus ultra, zei dronken Gijsje, en hij liep met zijn hoofd tegen den muur. (Harrebomée, II, 128b.) … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Bob Van der Veken — (26 September 1928 ) Antwerp, Flanders) is an acclaimed Belgian television actor.Bob Van der Veken, a familiar face on Belgian television began his career in television in 1956 and has made well over 100 appearances in his 50 year career. More… … Wikipedia
Hersteld Apostolische Zendingkerk — Die Hersteld Apostolische Zendingkerk (dt.:Erneuerte Apostolische Missionskirche) ist eine christliche, chiliastisch ausgerichtete Religionsgemeinschaft in der Tradition der apostolischen Gemeinschaften. Sie wurzelte in der katholisch… … Deutsch Wikipedia
Hersteld Apostolische Zendingkerk - Stam Juda — Die Hersteld Apostolische Zendingkerk (dt.:Erneuerte Apostolische Missionskirche) ist eine christliche, chiliastisch ausgerichtete Religionsgemeinschaft in der Tradition der apostolischen Gemeinschaften. Sie wurzelte in der katholisch… … Deutsch Wikipedia
Hersteld Apostolische Zendingkerk II — Die Hersteld Apostolische Zendingkerk (dt.:Erneuerte Apostolische Missionskirche) ist eine christliche, chiliastisch ausgerichtete Religionsgemeinschaft in der Tradition der apostolischen Gemeinschaften. Sie wurzelte in der katholisch… … Deutsch Wikipedia
Hülfe — 1. Alle Hölpe bâte1, sât der Wouf2, en schlucket en Möck3. (Aachen.) – Firmenich, I, 492, 3. 1) Frommt, nützt. 2) Wolf. 3) Mücke. 2. Alle Hölpe bate, seit der Jong, do pischden e en der Rihn. (S. ⇨ Allbot und ⇨ Bate.) (Gladbach.) – Firmenich, III … Deutsches Sprichwörter-Lexikon